Geschiedenis Oud Duitse Herder
In 1899 werd de rasstandaard voor de Duitse Herder aangenomen, hetgeen de basis vormde voor het ras "de Duitse Herder". Oorspronkelijk waren er allerlei vachtsoorten en kleurstellingen binnen de Duitse Herder.
In 1930 werd bepaald door de Duitse vereniging SV dat een puppy geboren met langstokhaar een fokfout was. Het gen dat zorgde voor het langstokhaar bleef echter in de populatie aanwezig en regelmatig werden en worden er nog steeds uit stokhaar ouders (zogenaamde kortharige herders) puppy's geboren die langstokhaar hebben. Door deze maatregel werden de langstokhaar Duitse Herdershonden uitgesloten van de fok.
Toch ontstond er bij een aantal mensen de behoefte om te blijven fokken of te gaan fokken met de langstokhaar Duitse Herdershond, vooral gebruikt als familiehond, voor bescherming en voor bewaking van de kudden. Met de oprichting van het "Langhaar-Schäferhunde-Verband Deutschland" in 1984 ontstond de Oudduitse Herdershond. De naam "Oud" Duitse Herdershond is ontstaan omdat men de oude kenmerken (kleur, haarlengte en rechte rug) wilde bewaren in de populatie. Op 17 mei 1998 werd in het verlengde hiervan de Nederlandse Oudduitse Herdershonden Vereniging (N.O.D.H.V.) opgericht.
Er zijn binnen de Oudduitse Herdershonden twee type lijnen te onderscheiden: de Oost-Duitse lijn, voornamelijk afkomstig uit het voormalig Oostblok, die vaak donkerder van kleur zijn en geblokter van bouw, en de West-Duitse lijn, die meer een wat blondere kleurstelling kennen, en qua kleur dichter bij de huidige Duitse Herders staan.
Sociaal gedrag
Een Oudduitse Herdershond is mens gericht en ten opzichte van onbekende mensen stelt hij zich vriendelijk op. Hij maakt uit zichzelf contact en wanneer een onbekende hem aandacht geeft, is hij blij en kwispelt hij met zijn staart.
Kinderen vindt hij fantastisch. Hij is erg tolerant en zoekt zelf interactie op met kinderen. Kinderen waarmee hij is opgegroeid mogen zijn mand inpikken, maar ook hij heeft zijn grens. Hij zal heel veel signalen gegeven hebben voordat hij zijn grens heeft bereikt, maar kinderen zien die signalen niet, dus zowel ouders als eigenaren moeten wel blijven opletten. Wanneer hij onder de leeftijd van 1 jaar is en deze niet met kinderen is opgegroeid, moet men opletten dat hij jonge kinderen niet omver loopt door zijn enthousiasme. Wanneer hij ouder is, houdt hij zelf rekening met de jongere kinderen.
De Oudduitse Herdershond geeft heel veel signalen af middels lichaamstaal en reageert sterk op de lichaamstaal die door andere honden word afgegeven. Van nature is hij speels en wil graag met alle honden die hij tegenkomt spelen en ravotten, het maakt niet uit van welke sekse ze zijn. Er zijn echter enkele rassen, die voor hem moeilijk te begrijpen zijn omdat zij in de ogen van de Oudduitse Herdershond tegenstrijdige signalen geven. Zo kunnen er wel eens schermutselingen ontstaan met rassen die hun staart recht omhoog dragen of rassen die bij het naderen zich kleiner maken en gefixeerd blijven kijken. Komt het daadwerkelijk tot een gevecht dan lijkt het vaak erger dan het is. Wanneer hij in zijn socialisatieperiode met voornoemde rassen kennis heeft kunnen maken, zullen de conflicten zich minder snel voordoen. Ook ten opzichte van andere dieren stelt de Oudduitse Herdershond zich sociaal op.
Temperament
Een Oudduitse Herdershond ziet en hoort alles wat er in zijn omgeving gebeurt, er ontgaat hem werkelijk niets. Wanneer men hem zijn gang laat gaan dan zal hij alles inspecteren en er met zijn neus boven op zitten, hij is erg nieuwsgierig. Wanneer zijn baas aan het klussen is, is hij haast niet bij hem weg te slaan met andere woorden waar actie is, is hij te vinden. Van de andere kant gaat hij wel rustig liggen als er geen of weinig actie ontplooid wordt of wanneer zijn baas met de dagelijkse, terugkerende activiteiten bezig is.
Hij is waaks en wanneer (on)bekenden zijn territorium naderen of wanneer de deurbel gaat, slaat hij aan. Op deze momenten blaft hij doch hij laat zich heel snel en gemakkelijk tot stilte manen. Daarentegen kan hij bij aangelijnde wandelingen als hij andere honden ziet uit enthousiasme gaan blaffen. In deze gevallen is het moeilijker om de hond tot stilte te manen. Wanneer hij vrij los loopt, blaft hij niet naar andere honden, maar gaat hij ze vriendelijk begroeten.
Wanneer hij iets ziet bewegen, wil hij er achter aan rennen. Dit is meer voor zijn plezier dan de drift om te gaan jagen. Dit kan men gemakkelijk beperken door hem hierin te sturen en door hem op te voeden. Wanneer hij met wild en dergelijke "face to face" komt te staan, dan zal hij willen spelen.
Wanneer hij de geur van wild ruikt, wordt hij wel zichtbaar geprikkeld en zal het spoor willen gaan volgen maar hij laat zich heel gemakkelijk terug roepen. Over het algemeen laat hij andere dieren met rust, kan er goed mee samenleven en hij kan prima loslopen in een gebied met wild.
De Oudduitse Herdershond is een zogenaamde draver. Hij heeft wel beweging nodig en hij vindt het heerlijk als hij los kan lopen/rennen. Wanneer men hem dagelijks een uur of anderhalf uur laat bewegen, is dat voldoende. Hij kan echter ook wandelingen van enkele uren maken, maar is ook tevreden wanneer hij een dagje wat minder kan lopen. Hij is echter geen hond die altijd op zijn eigen erf moet blijven rondlopen, ook al is de ruimte die hij tot zijn beschikking heeft nog zo groot. Op een gegeven moment krijgt hij dan geen of te weinig prikkels en dit gaat ten koste van zijn mentale gesteldheid.
Ondanks het feit dat deze hond het liefst bij zijn baas is en/of samen met de baas iets wil doen, kan hij heel goed alleen zijn. Het hoeft geen betoog te hebben dat dit gecompenseerd moet worden met aandacht en beweging. Het alleen zijn, dient wel opgebouwd te worden.
Een Oudduitse Herdershond is heel aanhankelijk doch niet echt afhankelijk van zijn baas. Hij kan zich ook uitstekend alleen of met andere honden vermaken. In huis ligt hij graag op een plek waar hij zicht heeft op alle leden van zijn roedel. Hij blijft rustig liggen als hij iedereen kan blijven zien, maar wanneer iemand buiten zijn gezichtsveld gaat, loopt hij achter hem/haar aan.
Buitenhuis kan hij al snuffelend in zijn eigen wereldje opgaan en gaat hij ook op onderzoek uit, maar hij weet precies waar zijn baas is. De binding met zijn baas gaat vanzelf en kan heel hecht worden, maar hij gehoorzaamd daarnaast ook gemakkelijk de andere leden van zijn roedel, al zal hij alles dan met net iets minder enthousiasme doen. Wanneer men in een groep wandelt, komt zijn "herder" instinct naar boven. De gehele wandeling zal hij proberen om de groep bijeen te houden.
Sport en werk
Een Oudduitse Herdershond is een hond die graag wil werken, hetgeen weleens wordt vergeten en wordt onderschat door menige liefhebber. Op enkele uitzonderingen na zijn zij niet of minder geschikt voor politie of beveiligingshond. Het karakter is daar te zacht voor.
Speuren;
Waar hij erg goed in is speuren. Door het voortreffelijke reukvermogen en zijn rustige, kalme, wel overwogen gedragingen en uithoudingsvermogen is hij gemakkelijk op te leiden tot speurhond. Daarnaast is hij ook geschikt voor het opsporen van verdovende middelen, wapens en explosieven.
Reddingshond;
In dit werk laat hij buiten het reukvermogen zien dat hij ook een grote mate van zelfstandigheid heeft, hetgeen hij goed weet te gebruiken. Hulphond c.q. geleidehond; Hij is slim en voelt heel goed aan hoe hij zijn baas kan helpen. Hij doet graag iets voor zijn baas en bekijkt de situatie eerst, alvorens te reageren.
Schapen/koeien drijven/hoeden;
Over het algemeen zit het drijven/hoeden hem in de genen en zal het relatief weinig moeite en/of energie kosten, mede doordat hij ook makkelijk op afstand commando's opvolgt, om hem dit werk ook daadwerkelijk te laten uitvoeren.
Sport en spel
Een Oudduitse Herdershond is graag bezig met zijn baas en is door zijn bouw, atletisch en wendbaar. Hij is geschikt voor:
Gehoorzaamheid (EG, GG, Obedience)
Agility (Behendigheid)
Flyball
Apporteersport
Wat voor soort eigenaar past het beste bij dit ras/type?
Een Oudduitse Herdershond wordt veelal aangeschaft als een zogenaamde "huishond" omdat men in de veronderstelling is dat hij zo gemakkelijk in de omgang is vanwege zijn zachtaardig karakter. Dit is echter maar gedeeltelijk waar. Deze hond is erg slim en zal steeds met andere dingen komen om ergens onderuit te komen of om dat te doen wat hij zelf wil. De eigenaar/baas moet, om er voor te zorgen dat zijn hond niet over hem/haar heen gaat lopen, consequent optreden en duidelijk zijn als dat nodig is. Daarnaast moet hij een doortastende aanpak gebruiken omdat de hond een bepaalde mate van gevoeligheid heeft. Verder moet de eigenaar ook gevoel voor humor hebben, want hij kan vele registers opentrekken om zijn zin te krijgen. De eigenaar moet tijd en energie willen en kunnen vrijmaken voor de opvoeding en de ontwikkeling van zijn hond.
Is het een "beginnershond"?
De Oudduitse Herdershond is of beter gezegd kan ook geschikt zijn voor "beginners". Men mag en kan zich foutjes permitteren in de opvoeding. Foutjes kunnen veelal op een later tijdstip hersteld worden. "Beginners" kunnen het beste zich van te voren bedenken wat hun toekomstige hond wel en niet mag en dit dan consequent toepassen vanaf de eerste dag dat zij de hond krijgen.
Leefomgeving, waar voelt de hond zich thuis?
Hij voelt zich overal thuis waar genegenheid en begrip wordt gegeven, hij past zich zeer gemakkelijk aan. Wanneer hij in een flatgebouw wordt gehouden en men voor voldoende beweging en mentale prikkels zorgt, zal hij daar net zo op zijn plaats voelen als op een groot terrein of erf. Hij wil het liefst dicht bij de baas zijn en het maakt hem niet uit waar dat is. Ondanks het feit dat de hond erg graag buiten is, met zijn baas, hebben veel honden problemen met een verblijf in een kennel. Voor enkele uren per dag is dit geen probleem.
Door de vacht zijn het geen koukleumen en zoeken zij niet de kachel op. Zij zoeken eerder naar een koude plaats dan naar een warme terwijl zij ook heel goed tegen de zon kunnen.
Gezondheid:
Een Oudduitse Herdershond wordt gemiddeld 12 jaren oud.
Erfelijke ziekten/aandoeningen:
De erfelijke aandoeningen Heupdysplasie en Elleboogdysplasie (OCD, LPC) komen voor bij de hond, doch de laatste jaren komt de Heupdysplasie steeds minder voor en de Elleboogdysplasie komt bijna nooit meer voor.
Naast de erfelijke aandoeningen kunnen sommige honden last krijgen van huid en darm problemen. Soms komen ook Spondylose (verstijving rug- en halswervels) en Degene Myelopathy (neurologische aandoening van het ruggenmerg) voor.
Op welke erfelijke ziekten/aandoeningen moeten de ouderdieren getest worden als men fokt?
Wanneer men fokt onder de vlag van een vereniging moeten beide ouderdieren getest worden op HD en ED voor wat betreft de erfelijke aspecten. Daarnaast worden de fokdieren getest op hun karakter.
Zijn er specifieke punten waar men rekening mee moet houden, qua gezondheid en verzorging:
Men moet in de groeiperiode van de hond rekening houden met de beweging die de hond krijgt in verband met de aanwezige aanleg voor HD en ED. Zo wordt onder andere aangeraden om de tijdsduur van een wandeling aan te passen naar de leeftijd in weken van de hond. Ondanks de lange haren heeft hij niet veel verzorging nodig. Wanneer hij zijn vacht wisselt, is het aan te raden om hem iedere dag of om de dag te borstelen zodat zijn huid niet geïrriteerd raakt.
Wat zijn de meest voorkomende gedragsproblemen?
Echte gedragsproblemen zijn er eigenlijk niet bij de Oudduitse Herdershond. Er is wel een aandachtspunt, namelijk men moet er rekening mee houden dat de hond wil gaan blaffen bij het zien en naderen van andere honden wanneer de hond is aangelijnd. Wanneer hij volwassen is, is hij sterk met een behoorlijk gewicht en daarom is het raadzaam hem zo vroeg mogelijk te leren niet te trekken aan de lijn.
Tot slot:
Voor alle duidelijkheid: De Oudduitse Herdershond is geen erkend ras.
Op dit moment wordt de langstokhaar Duitse Herder als variëteit naast de stokhaar Duitse Herder erkend door de FCI.
Qua exterieur verschillen de Oudduitse Herdershond en langstokhaar Duitse Herder niet zoveel van elkaar, waardoor de kans klein is dat de Oudduitse Herdershond ooit als een afzonderlijk ras erkend zal worden.
De echte liefhebbers van de Oudduitse Herdershond zijn bang dat de langstokhaar Duitse Herder in de toekomst verhandeld zal worden als zijnde een Oudduitse Herdershond, terwijl dit niet juist is. Dit omdat de rasstandaard van de stokhaar Duitse Herder, waar ook de langstokhaar Duitse Herder aan moet voldoen, wezenlijk anders is dan die van de Oudduitse Herdershond.
Weliswaar wordt, voor de verbreding van de bloedlijnen van de Oudduitse Herdershonden, gebruik gemaakt van de langstokhaar
Duitse Herder, maar alleen als die langstokhaar Duitse Herder de rasstandaard van de Oudduitse Herdershond geheel of heel dicht benaderd en het karakter vertoont van de Oudduitse Herdershond.
De liefhebbers van de Oudduitse Herdershonden zouden het betreuren wanneer "de mens" alsnog de "Oude" Herder uit het straatbeeld kan laten verdwijnen.
In 1930 werd bepaald door de Duitse vereniging SV dat een puppy geboren met langstokhaar een fokfout was. Het gen dat zorgde voor het langstokhaar bleef echter in de populatie aanwezig en regelmatig werden en worden er nog steeds uit stokhaar ouders (zogenaamde kortharige herders) puppy's geboren die langstokhaar hebben. Door deze maatregel werden de langstokhaar Duitse Herdershonden uitgesloten van de fok.
Toch ontstond er bij een aantal mensen de behoefte om te blijven fokken of te gaan fokken met de langstokhaar Duitse Herdershond, vooral gebruikt als familiehond, voor bescherming en voor bewaking van de kudden. Met de oprichting van het "Langhaar-Schäferhunde-Verband Deutschland" in 1984 ontstond de Oudduitse Herdershond. De naam "Oud" Duitse Herdershond is ontstaan omdat men de oude kenmerken (kleur, haarlengte en rechte rug) wilde bewaren in de populatie. Op 17 mei 1998 werd in het verlengde hiervan de Nederlandse Oudduitse Herdershonden Vereniging (N.O.D.H.V.) opgericht.
Er zijn binnen de Oudduitse Herdershonden twee type lijnen te onderscheiden: de Oost-Duitse lijn, voornamelijk afkomstig uit het voormalig Oostblok, die vaak donkerder van kleur zijn en geblokter van bouw, en de West-Duitse lijn, die meer een wat blondere kleurstelling kennen, en qua kleur dichter bij de huidige Duitse Herders staan.
Sociaal gedrag
Een Oudduitse Herdershond is mens gericht en ten opzichte van onbekende mensen stelt hij zich vriendelijk op. Hij maakt uit zichzelf contact en wanneer een onbekende hem aandacht geeft, is hij blij en kwispelt hij met zijn staart.
Kinderen vindt hij fantastisch. Hij is erg tolerant en zoekt zelf interactie op met kinderen. Kinderen waarmee hij is opgegroeid mogen zijn mand inpikken, maar ook hij heeft zijn grens. Hij zal heel veel signalen gegeven hebben voordat hij zijn grens heeft bereikt, maar kinderen zien die signalen niet, dus zowel ouders als eigenaren moeten wel blijven opletten. Wanneer hij onder de leeftijd van 1 jaar is en deze niet met kinderen is opgegroeid, moet men opletten dat hij jonge kinderen niet omver loopt door zijn enthousiasme. Wanneer hij ouder is, houdt hij zelf rekening met de jongere kinderen.
De Oudduitse Herdershond geeft heel veel signalen af middels lichaamstaal en reageert sterk op de lichaamstaal die door andere honden word afgegeven. Van nature is hij speels en wil graag met alle honden die hij tegenkomt spelen en ravotten, het maakt niet uit van welke sekse ze zijn. Er zijn echter enkele rassen, die voor hem moeilijk te begrijpen zijn omdat zij in de ogen van de Oudduitse Herdershond tegenstrijdige signalen geven. Zo kunnen er wel eens schermutselingen ontstaan met rassen die hun staart recht omhoog dragen of rassen die bij het naderen zich kleiner maken en gefixeerd blijven kijken. Komt het daadwerkelijk tot een gevecht dan lijkt het vaak erger dan het is. Wanneer hij in zijn socialisatieperiode met voornoemde rassen kennis heeft kunnen maken, zullen de conflicten zich minder snel voordoen. Ook ten opzichte van andere dieren stelt de Oudduitse Herdershond zich sociaal op.
Temperament
Een Oudduitse Herdershond ziet en hoort alles wat er in zijn omgeving gebeurt, er ontgaat hem werkelijk niets. Wanneer men hem zijn gang laat gaan dan zal hij alles inspecteren en er met zijn neus boven op zitten, hij is erg nieuwsgierig. Wanneer zijn baas aan het klussen is, is hij haast niet bij hem weg te slaan met andere woorden waar actie is, is hij te vinden. Van de andere kant gaat hij wel rustig liggen als er geen of weinig actie ontplooid wordt of wanneer zijn baas met de dagelijkse, terugkerende activiteiten bezig is.
Hij is waaks en wanneer (on)bekenden zijn territorium naderen of wanneer de deurbel gaat, slaat hij aan. Op deze momenten blaft hij doch hij laat zich heel snel en gemakkelijk tot stilte manen. Daarentegen kan hij bij aangelijnde wandelingen als hij andere honden ziet uit enthousiasme gaan blaffen. In deze gevallen is het moeilijker om de hond tot stilte te manen. Wanneer hij vrij los loopt, blaft hij niet naar andere honden, maar gaat hij ze vriendelijk begroeten.
Wanneer hij iets ziet bewegen, wil hij er achter aan rennen. Dit is meer voor zijn plezier dan de drift om te gaan jagen. Dit kan men gemakkelijk beperken door hem hierin te sturen en door hem op te voeden. Wanneer hij met wild en dergelijke "face to face" komt te staan, dan zal hij willen spelen.
Wanneer hij de geur van wild ruikt, wordt hij wel zichtbaar geprikkeld en zal het spoor willen gaan volgen maar hij laat zich heel gemakkelijk terug roepen. Over het algemeen laat hij andere dieren met rust, kan er goed mee samenleven en hij kan prima loslopen in een gebied met wild.
De Oudduitse Herdershond is een zogenaamde draver. Hij heeft wel beweging nodig en hij vindt het heerlijk als hij los kan lopen/rennen. Wanneer men hem dagelijks een uur of anderhalf uur laat bewegen, is dat voldoende. Hij kan echter ook wandelingen van enkele uren maken, maar is ook tevreden wanneer hij een dagje wat minder kan lopen. Hij is echter geen hond die altijd op zijn eigen erf moet blijven rondlopen, ook al is de ruimte die hij tot zijn beschikking heeft nog zo groot. Op een gegeven moment krijgt hij dan geen of te weinig prikkels en dit gaat ten koste van zijn mentale gesteldheid.
Ondanks het feit dat deze hond het liefst bij zijn baas is en/of samen met de baas iets wil doen, kan hij heel goed alleen zijn. Het hoeft geen betoog te hebben dat dit gecompenseerd moet worden met aandacht en beweging. Het alleen zijn, dient wel opgebouwd te worden.
Een Oudduitse Herdershond is heel aanhankelijk doch niet echt afhankelijk van zijn baas. Hij kan zich ook uitstekend alleen of met andere honden vermaken. In huis ligt hij graag op een plek waar hij zicht heeft op alle leden van zijn roedel. Hij blijft rustig liggen als hij iedereen kan blijven zien, maar wanneer iemand buiten zijn gezichtsveld gaat, loopt hij achter hem/haar aan.
Buitenhuis kan hij al snuffelend in zijn eigen wereldje opgaan en gaat hij ook op onderzoek uit, maar hij weet precies waar zijn baas is. De binding met zijn baas gaat vanzelf en kan heel hecht worden, maar hij gehoorzaamd daarnaast ook gemakkelijk de andere leden van zijn roedel, al zal hij alles dan met net iets minder enthousiasme doen. Wanneer men in een groep wandelt, komt zijn "herder" instinct naar boven. De gehele wandeling zal hij proberen om de groep bijeen te houden.
Sport en werk
Een Oudduitse Herdershond is een hond die graag wil werken, hetgeen weleens wordt vergeten en wordt onderschat door menige liefhebber. Op enkele uitzonderingen na zijn zij niet of minder geschikt voor politie of beveiligingshond. Het karakter is daar te zacht voor.
Speuren;
Waar hij erg goed in is speuren. Door het voortreffelijke reukvermogen en zijn rustige, kalme, wel overwogen gedragingen en uithoudingsvermogen is hij gemakkelijk op te leiden tot speurhond. Daarnaast is hij ook geschikt voor het opsporen van verdovende middelen, wapens en explosieven.
Reddingshond;
In dit werk laat hij buiten het reukvermogen zien dat hij ook een grote mate van zelfstandigheid heeft, hetgeen hij goed weet te gebruiken. Hulphond c.q. geleidehond; Hij is slim en voelt heel goed aan hoe hij zijn baas kan helpen. Hij doet graag iets voor zijn baas en bekijkt de situatie eerst, alvorens te reageren.
Schapen/koeien drijven/hoeden;
Over het algemeen zit het drijven/hoeden hem in de genen en zal het relatief weinig moeite en/of energie kosten, mede doordat hij ook makkelijk op afstand commando's opvolgt, om hem dit werk ook daadwerkelijk te laten uitvoeren.
Sport en spel
Een Oudduitse Herdershond is graag bezig met zijn baas en is door zijn bouw, atletisch en wendbaar. Hij is geschikt voor:
Gehoorzaamheid (EG, GG, Obedience)
Agility (Behendigheid)
Flyball
Apporteersport
Wat voor soort eigenaar past het beste bij dit ras/type?
Een Oudduitse Herdershond wordt veelal aangeschaft als een zogenaamde "huishond" omdat men in de veronderstelling is dat hij zo gemakkelijk in de omgang is vanwege zijn zachtaardig karakter. Dit is echter maar gedeeltelijk waar. Deze hond is erg slim en zal steeds met andere dingen komen om ergens onderuit te komen of om dat te doen wat hij zelf wil. De eigenaar/baas moet, om er voor te zorgen dat zijn hond niet over hem/haar heen gaat lopen, consequent optreden en duidelijk zijn als dat nodig is. Daarnaast moet hij een doortastende aanpak gebruiken omdat de hond een bepaalde mate van gevoeligheid heeft. Verder moet de eigenaar ook gevoel voor humor hebben, want hij kan vele registers opentrekken om zijn zin te krijgen. De eigenaar moet tijd en energie willen en kunnen vrijmaken voor de opvoeding en de ontwikkeling van zijn hond.
Is het een "beginnershond"?
De Oudduitse Herdershond is of beter gezegd kan ook geschikt zijn voor "beginners". Men mag en kan zich foutjes permitteren in de opvoeding. Foutjes kunnen veelal op een later tijdstip hersteld worden. "Beginners" kunnen het beste zich van te voren bedenken wat hun toekomstige hond wel en niet mag en dit dan consequent toepassen vanaf de eerste dag dat zij de hond krijgen.
Leefomgeving, waar voelt de hond zich thuis?
Hij voelt zich overal thuis waar genegenheid en begrip wordt gegeven, hij past zich zeer gemakkelijk aan. Wanneer hij in een flatgebouw wordt gehouden en men voor voldoende beweging en mentale prikkels zorgt, zal hij daar net zo op zijn plaats voelen als op een groot terrein of erf. Hij wil het liefst dicht bij de baas zijn en het maakt hem niet uit waar dat is. Ondanks het feit dat de hond erg graag buiten is, met zijn baas, hebben veel honden problemen met een verblijf in een kennel. Voor enkele uren per dag is dit geen probleem.
Door de vacht zijn het geen koukleumen en zoeken zij niet de kachel op. Zij zoeken eerder naar een koude plaats dan naar een warme terwijl zij ook heel goed tegen de zon kunnen.
Gezondheid:
Een Oudduitse Herdershond wordt gemiddeld 12 jaren oud.
Erfelijke ziekten/aandoeningen:
De erfelijke aandoeningen Heupdysplasie en Elleboogdysplasie (OCD, LPC) komen voor bij de hond, doch de laatste jaren komt de Heupdysplasie steeds minder voor en de Elleboogdysplasie komt bijna nooit meer voor.
Naast de erfelijke aandoeningen kunnen sommige honden last krijgen van huid en darm problemen. Soms komen ook Spondylose (verstijving rug- en halswervels) en Degene Myelopathy (neurologische aandoening van het ruggenmerg) voor.
Op welke erfelijke ziekten/aandoeningen moeten de ouderdieren getest worden als men fokt?
Wanneer men fokt onder de vlag van een vereniging moeten beide ouderdieren getest worden op HD en ED voor wat betreft de erfelijke aspecten. Daarnaast worden de fokdieren getest op hun karakter.
Zijn er specifieke punten waar men rekening mee moet houden, qua gezondheid en verzorging:
Men moet in de groeiperiode van de hond rekening houden met de beweging die de hond krijgt in verband met de aanwezige aanleg voor HD en ED. Zo wordt onder andere aangeraden om de tijdsduur van een wandeling aan te passen naar de leeftijd in weken van de hond. Ondanks de lange haren heeft hij niet veel verzorging nodig. Wanneer hij zijn vacht wisselt, is het aan te raden om hem iedere dag of om de dag te borstelen zodat zijn huid niet geïrriteerd raakt.
Wat zijn de meest voorkomende gedragsproblemen?
Echte gedragsproblemen zijn er eigenlijk niet bij de Oudduitse Herdershond. Er is wel een aandachtspunt, namelijk men moet er rekening mee houden dat de hond wil gaan blaffen bij het zien en naderen van andere honden wanneer de hond is aangelijnd. Wanneer hij volwassen is, is hij sterk met een behoorlijk gewicht en daarom is het raadzaam hem zo vroeg mogelijk te leren niet te trekken aan de lijn.
Tot slot:
Voor alle duidelijkheid: De Oudduitse Herdershond is geen erkend ras.
Op dit moment wordt de langstokhaar Duitse Herder als variëteit naast de stokhaar Duitse Herder erkend door de FCI.
Qua exterieur verschillen de Oudduitse Herdershond en langstokhaar Duitse Herder niet zoveel van elkaar, waardoor de kans klein is dat de Oudduitse Herdershond ooit als een afzonderlijk ras erkend zal worden.
De echte liefhebbers van de Oudduitse Herdershond zijn bang dat de langstokhaar Duitse Herder in de toekomst verhandeld zal worden als zijnde een Oudduitse Herdershond, terwijl dit niet juist is. Dit omdat de rasstandaard van de stokhaar Duitse Herder, waar ook de langstokhaar Duitse Herder aan moet voldoen, wezenlijk anders is dan die van de Oudduitse Herdershond.
Weliswaar wordt, voor de verbreding van de bloedlijnen van de Oudduitse Herdershonden, gebruik gemaakt van de langstokhaar
Duitse Herder, maar alleen als die langstokhaar Duitse Herder de rasstandaard van de Oudduitse Herdershond geheel of heel dicht benaderd en het karakter vertoont van de Oudduitse Herdershond.
De liefhebbers van de Oudduitse Herdershonden zouden het betreuren wanneer "de mens" alsnog de "Oude" Herder uit het straatbeeld kan laten verdwijnen.